zondag 8 augustus 2021

26. Mad Max (2015)

Zotte Max schiet wakker!
Half dood, arm als een luis.
Zijn eer en zijn auto door
boeven geroofd.

Nipt gered start hij een
apocalyptische
wraaktocht en schiet boef met
tweeloop in hoofd. 


Retroreview op 4gamers.be 
Het Ollekebolleke is een dichtvorm gekenmerkt door zeslettergrepigheid die Drs. P (zaliger gedachtenis) in 1974 in ons taalgebied introduceerde

Het is veilig om te stellen dat de eerste film uit 1979 met Mad Max in de hoofdrol zowat de moeder is van alle post-apocalyptische werelden. De oliecrisis van die tijd inspireerde de makers van Mad Max namelijk niet tot autoloze zondagen, maar tot een dystopisch visioen waarin landen elkaar bestookten met grensoverschrijdende opmerkingen over elkaars moeder, alsmede met hun volledige nucleaire arsenaal. Wanneer het puin uiteindelijk gaat liggen, bestaat de wereld nog slechts uit een drooggebakken woesternij in eindeloze variaties van geel en bruin.

De mensheid zelf is teruggevallen naar haar natuurlijke toestand van strijd van allen tegen allen, waarbij vooral de schaarse resten aan brandstof en water de inzet vormen van de bij voorbaat uitzichtloze worsteling tot overleven. Het zandkleurige apocalyptische visioen van Mad Max groeide al snel uit tot een icoon en het duurde veertig jaar en vier delen van de al even legendarische Fallout-serie alvorens er weer een beetje kleur werd gebracht in een verbeelding van de wereld na de doortocht van de atoombommen.

Uberkamper herinnert zich nog van lang geleden dat in de eerste film in de reeks Max nog een wat idealistische politieagent is, die probeert iets van recht en orde te handhaven op eindeloze Australische snelwegen. Daarbij brengt hij het grootste deel van zijn tijd door aan het stuur van zijn iconische V8 Interceptor, zijn afgezaagde Shotgun losjes in de hand. Misschien is het meest apocalyptische aan heel de zotte wereld van Mad Max wel, dat zelfs een totale nucleaire oorlog omwille van olieschaarste de mensen nog niet van achter het stuur van hun auto weggesleurd krijgt.

Wanneer zijn vrouw en zoon midden in deze groeiende anarchie vermoord worden, wordt Max boos (of zot – met het Engelse woord ‘mad’ kan het twee richtingen uit) en als een onwillige wraakengel brengt hij vanaf dan zijn persoonlijke brutale versie van vergelding aan iedere onrechtvaardige die de pech heeft zijn pad te kruisen. Na drie degelijke films en een zeer zwak computerspel uit 1990 werd het lange tijd stil rond Mad Max, maar uiteindelijk verscheen in 2015 de steengoeie maar door productieproblemen geplaagde actiefilm Mad Max: Fury Road. Een volgend deel werd inmiddels ook al opgenomen en zal in 2023 zal verschijnen.

Absurd genoeg heeft het eveneens in 2015 verschenen computerspel Mad Max niets met de film Fury Road te maken, maar had de Zweedse ontwikkelaar Avalanche Studios (via hun gemeenschappelijk baas Warner Bros.) wel de volledige toegang tot alle concept art en scenario’s van de op handen zijnde films. Het resultaat is dat het spel uit 2015 een verhaallijn volgt die volledig losstaat van de films, maar die op de vreemdste plaatsen wel narratief en visueel letterlijk citeert uit Fury Road. Dat neemt overigens niet weg de het spel een ware ode is geworden aan het Mad Max-universum. De vloeiende gevechten uit het Batman Arkham-universum kennen bij Max steevast een dodelijke afloop en worden gecombineerd met een gigantische open spelwereld waarin de Magnus Opus, een nieuwe volledig moduleerbare V8 vierwieler, centraal staat. Ook behouden is het thema van een woordkarige held die gebukt gaat onder het verlies van zijn familie (om een of andere reden heeft hij wel opeens een dochter in plaats van een zoon), maar die ondanks zichzelf toch in de bres springt voor anderen.


De spelwereld van Mad Max bestaat weinig verrassend uit een verschroeide zandvlakte, maar onder het gele zand en bruine rotsen blijken toch heel wat spreekwoordelijke wolfsijzers en schietgeweren te liggen. Boze Max bevrijdt de wereld van bandietengespuis door vijandelijke kampen te overvallen, sluipschutters te doden en tribale totempalen neer te halen. Absoluut hoogtepunt zijn evenwel de missies die uitgevoerd kunnen worden in de Magnus Opus. Uberkamper heeft zich bijzonder geamuseerd met de aanvallen op konvooien van bewapende buggy’s, rijdende vlammenwerpers en gepantserde tankwagens. Wanneer de Magnus Opus nog niet helemaal op punt stond, koos hij er noodgedwongen voor om ietwat terughoudender het sociaal uitgedaagde gespuis een voor een van de weg rammen, maar later kwam de nadruk toch meer te liggen op het ongeremd frontaal inrijden op de gemotoriseerde psychopaten waarna deze ten onder gingen in een wolk van schroot en verschroeid vlees. Het gaf veel voldoening om na het kapot rammen van de laatste tegenstander Max te laten uitstappen en tussen het verwrongen staal en de zwarte wolken van brandend rubber een gescheurde teddybeer van een bumper te halen en deze als trofee op de eigen trekhaak te zetten.

Aan alles is te zien dat Mad Max een zeer goed afgewerkt spel is geworden met een degelijk verhaal, veel inhoud en veel oog voor detail. Het grootste probleem bestaat erin dat tussen de inleiding en het moment waarop het verhaal echt op gang komt ongeveer 25 uur aan eerder repetitieve gameplay zit. Konvooien of kampen overvallen spelen doorgaans wel prettig weg, maar het verzamelen van schroot (op meer dan honderd met de hand vormgegeven locaties), het opruimen van mijnvelden en het afwerken van eenvoudige races heeft Uberkamper links laten liggen. Zelfs na deze selectie bleef de spanning wat achterwege tussen het eerste ontdekken van de spelwereld en het moment waarop de Magnus Opus de industriële raffinaderij van Gastown inrijdt om het eindspel echt te laten beginnen. Het is natuurlijk aan iedere speler zelf om in te schatten wat plezant genoeg is om te ondernemen. Spelers die graag voor de 100% gaan wacht in Mad Max een enorme klus, maar wie gewoon letterlijk een grote zandbak wil om in lol te maken die kan Uberkamper deze wat ondergewaardeerde parel aanbevelen.

25. The Bureau: XCOM Declassified (2013)

Buitenaard offensief!
Niet Rusland maar Aliens.
Amerika bijna ten
ondergegaan.

Alles komt goed en wordt
gemoedsrustbewarend
haastig en slim in de
doofpot gedaan.


Retroreview op 4gamers.be 
Het Ollekebolleke is een dichtvorm gekenmerkt door zeslettergrepigheid die Drs. P (zaliger gedachtenis) in 1974 in ons taalgebied introduceerde

Er zit iets buitengewoon ironisch in het feit dat de mensheid zich pas zorgen is beginnen maken over een eventuele invasie door buitenaardse wezens, nadat we als soort ontdekt hebben dat we op de fijne korst van een magmabol leven in een verre uithoek van de Melkweg. In de maat van de seizoenen werken we onze rondjes af rondom een langzaam stervende fusiereactor, slechts van een pijnlijke dood door straling en verstikking weerhouden door een dunne sluier atmosfeer. Als soort zijn we blijkbaar perfect in staat zijn om de verpletterende onverschilligheid van het universum voor ons schamele bestaan weg te filteren, terwijl we ons wel verschrikkelijk kunnen opboeien in de onwaarschijnlijke eventualiteit van een bezoek van groene mannetjes en hun superieure technologie. Maar goed, het zal ongetwijfeld wel een evolutionair voordeel hebben dat we blind zijn voor echte gevaren en in ons broek doen voor zelfverzonnen rampen. Zo lang geleden zijn we tenslotte nog niet uit de oersoep gekropen en in ons hoofd is elk van ons nog holbewoner. Waarom zouden we anders gamen?

De originele XCOM-games uit de jaren negentig speelden alvast schaamteloos in op onze irrationele angst voor een buitenaardse mogendheid waarop we de macht en invloed projecteerden die we eigenlijk zelf zouden willen hebben. Uberkamper is er nooit toe gekomen om de eerste generatie van deze games te spelen, maar met de trage tactische gameplay van Enemy Unknown, de doorstart van de reeks uit 2012, heeft hij zich samen met een groot deel van de wereldbevolking kostelijk geamuseerd.

Het merendeel van die wereldbevolking bleek echter enorm teleurgesteld in The Bureau: XCOM Declassified dat amper een jaar later het levenslicht zag. Het spel werd nogal grondig de grond ingeboord, omdat het niet voldeed aan de belangrijkste verwachting van de fans: meer van hetzelfde. Aangezien we ondertussen acht jaar verder zijn en er al heel wat meer van hetzelfde is verschenen (en nog zal verschijnen) en aangezien in deze periode zelfs een alien president van de Verenigde Staten is geweest, voelt Uberkamper dat de tijd rijp is voor een meer objectief oordeel: The Bureau is wel degelijk een prettig wegspelende game met een onderhoudend verhaal dat met wat kunst- en vliegwerk een goede aanvulling vormt voor het XCOM universum.

Overigens staat The Bureau helemaal niet zo ver van het origineel als sommige hysterische reacties doen vermoeden. Het spel is weliswaar niet turn-based, maar het is uiteindelijk wel een uitdagend tactisch schietspel in de derde persoon geworden, waarbij dekking zoeken en bevelen geven aan twee agenten centraal staat. De weg naar succes gaat ook hier langs voorzichtig voortbewegen, sluwe flankeermaneuvers, zorgvuldige wapenkeuze en goed getimede inzet van speciale vaardigheden. De tegenstanders zijn niet altijd even intelligent, maar gebruiken wel veelvuldig granaten, drones, levitatie, mindcontrol en stomram- of springaanvallen om alles in beweging te houden en dat zorgt naast het tactische aspect ook voor een heel onderhoudende dynamiek in de gevechten (en soms wat chaos).

Ook voor het verhaal waren Uberkampers verwachtingen niet al te hoog gespannen vanwege de vele negatieve reacties. Het zou zonde zijn om hier nu te veel over prijs te geven, maar het plot was wel degelijk intelligent en gelaagd. The Bureau blijkt een uiterst geheime organisatie te zijn, die in volle koude oorlog werd opgericht om bij een eventuele overwinning van communisten op het Vrije Westen, toch nog weerstand te kunnen blijven bieden. Wanneer in 1962 de wereldbol wordt aangevallen door een buitenaardse mogendheid, halen de agenten hun voeten van hun titelgevende bureau om de invasie af te slaan en aansluitend alle sporen hiervan volledig uit te wissen. De ondertitel ‘declassified’ verwijst naar de dikke zwarte balken die alles wat hier achteraf over wordt vrijgegeven weg te strepen.

Dit alles was voor 2K Marin, makers van het spel, de aanleiding om alle registers open te trekken en een schaamteloze hommage te maken aan de jaren '60 in het algemeen en iconische verbeeldingen van aliens in The War of the Worlds of Invasion of the Body Snatchers in het bijzonder. Het geheel wordt gekruid met typische clichés als de aan paranoia grenzende jacht op communisten, het vroege geknoei met de eerste atoombommen en ongegeneerd Amerikaans exceptionalisme. Passeren ook nog de revue: een sfeervolle retro soundtrack, iconische auto’s als de Cadillac DeVille, futuristische betonbouw in Amerikaanse slaapstadjes en gestreepte maatpakken onder breedgerande vilthoeden in een wolk van blauwe sigarettenrook. Overigens verbaasde het Uberkamper hoe brutaal de dood en ellende die de aliens met hun onbezonnen invasie zaaien in beeld werd gebracht. The Bureau is al bij al een redelijk hard en volwassen spel geworden.

Volledig in lijn met de tijdsgeest ontpopt Agent Carter, het hoofdpersonage van het spel, zich tot een narcistische controlefreak die begiftigt is met een aandoenlijke hoeveelheid toxische masculiniteit en die conflicten graag oplost met gratuit geweld. Mad Men doet de groeten. Toch kiezen de makers er in de geest van het XCOM-universum voor om Carter te omringen met sterke vrouwelijke personages en agenten van verschillende  nationaliteiten en diverse afkomst. Het zijn dit soort subtiele details die tonen dat het spel wel trouw blijft aan haar oorsprong.

Het brengt Uberkamper uiteindelijk tot de conclusie dat de zure backbenchers die het nodig vonden om dit uitstekende werk af te breken, toch meer spraken vanuit hun buikgevoel dan op basis van de objectieve kwaliteit van dit spel. Daarmee zijn de kansen op een opvolger vandaag helaas niet erg hoog meer, maar The Bureau bewijst alvast dat XCOM ook een leefbare franchise kan zijn buiten haar klassieke turn-based setting.