Wie zoals Uberkamper zich het doel heeft gesteld om een stapel games zo hoog als de Eifeltoren weg te werken zal zich noodgedwongen af en toe door een voortbrengsel uit de stal van Ubisoft moeten worstelen. Tot voor enkele jaren liet deze ontwikkelaar namelijk meer games op de wereld los dan elke zichzelf respecterende gamer (degenen onder ons die nog niet in een fles pissen) mag hopen om ooit gespeeld te krijgen. Vooral met Assassin’s Creed heeft Ubisoft het sociale leven van menig gamer pijn gedaan. Het is moeilijk om iemand te vinden die erbij was vanaf de eerste babystapjes van Altaïr in Jeruzalem, tot en met het openen van de laatste kist in de Londense vakbondssimulator Syndicate. En daarna is de helse draaimolen gewoon aan een tweede ronde begonnen.
Met Assassin’s Creed werd overigens ook de klassieke Ubisoft formule geboren: een open kaart die te ontdekken valt door kerktorens, heuvels of stapels bureaustoelen te beklimmen en waar vervolgens dringend iconen op moeten afgewerkt worden. De mate waarin de speler dat doet wordt weergegeven middels een percentage, zodat iedereen die niet nul scoort op het autismespectrum wekenlang kisten en (variaties op) adelaarsveren zit te zoeken om toch maar de honderd procent te bereiken. Wie had toen durven vermoeden dat er ooit sleet op deze (letterlijk) iconische formule zou komen.
Het overkoepelende verhaal van Assassin’s Creed is ergens op het einde van deel 2.3 (revelations) gestorven, maar lang daarvoor was de onmiskenbare geur van verval en verderf al in de games geslopen. Ubisoft is er nooit in geslaagd om tot iets van raamvertelling te komen dat belangrijk genoeg was om games rond te maken, maar wel vaag genoeg om interessant te blijven.
Bovendien is het Uberkamper, samen met een groot deel van de gamende wereldbevolking, volstrekt onduidelijk wat nu juist het probleem is met de Tempeliers. Natuurlijk willen die - net als zowat elke andere beschaving in de geschiedenis - een wereldorde stichten waarin rechtszekerheid gegarandeerd wordt door het monopolie op geweld bij de overheid te leggen. Maar doorheen de games blijkt dat zelfs deze boosaardige Tempeliers verschillen in mening over hoeveel corruptie, machtsmisbruik en ongelijkheid aanvaardbaar zijn om een werkzame staat te garanderen. Daarbij ondergaan ze de ijzeren wetmatigheid van elke succesvolle onderneming: orde is macht en macht trekt randdebielen aan. Toch is dit op zich niets wat een goed uitgebouwde dienst voor preventie en bescherming op het werk en een jaarlijkse externe audit niet kunnen verhelpen.
Misschien is het grootste gebrek van de orde van de Assassijnen dan ook dat deze niet het geduld hebben om te wachten op de algemene vergadering van de Tempeliers of bereid zijn zich met rechtsmiddelen te verweren. In plaats daarvan veroorloven de georganiseerde sluipmoordenaars het zich ongegeneerd om hun zelfverklaarde vijanden een mes in de rug steken, wat in de volksmond synoniem staat voor lafhartig, achterbaks en trouweloos handelen. Een indruk die nog versterkt wordt door hun gatlelijke uniformen die alleen maar gedragen kunnen worden door volwassenen die voor eeuwig vastzitten in verlengde adolescentie. Het doet wat met Uberkamper wanneer hij vele tientallen uren gedwongen wordt om allerhande laakbaar wangedrag te beoefenen in dit soort pre-industriële skaterkledij. De verwerpelijke orde die haar naam gaf aan deze games kan inmiddels rekenen op zijn diepste minachting.
Assassin’s Creed Unity speelt zich af in Parijs tijdens de Franse Revolutie. Uberkamper kreeg het spel in 2019 overigens gratis en voor niks van Ubisoft na de brand van de Notre-Dame, hoewel de grond voor deze spontane vrijgevigheid hem nooit helemaal duidelijk is geworden. Als Uberkamper de reviews uit 2014 naleest dan moet het spel bij het verschijnen volstrekt onspeelbaar geweest zijn door de enorme opeenstapeling van bugs, grafische problemen en crashes. Ondertussen zijn vrijwel al deze problemen van de baan. Hier en daar ontbreekt er nog wel een wandelanimatie of staat een NPC verkeerdelijk op de tafel, maar in vergelijking met de spontane huilbuien die spelers kregen bij het verschijnen van dit spel, is dit verwaarloosbaar.
Wat overblijft is een indrukwekkend mooi spel. Parijs is door de makers met een maniakale nauwkeurigheid heropgebouwd. Het oog voor detail is bij momenten verbluffend, met allerhande dieren die vrij rondlopen, texturen zoals afbladerende verf van raamkozijnen of mos op de dakpannen die voor sfeer zorgen en tal van taferelen die in het voorbijgaan kleine verhalen vertellen. De geladen spanning van de eerste dagen van de Franse Revolutie hangt bij dit alles als een verstikkend deken in elke straat. Het is altijd de sterkte geweest van deze games dat ze een historische setting tot leven konden brengen en tal van personages uit deze tijdsperiode lieten opdraven en ook op dit gebied is Unity opnieuw een hoogtepunt. Wie verder kijkt dan de zelfingenomen rechtschapenheid van de Assassijnen en bijhorend lafhartig geweld wacht een mooie spelervaring. Misschien wel de beste in de reeks.
Het is Uberkamper overigens een raadsel waarom iemand in dit soort spellen in multiplayer zou willen spelen, maar voor de volledigheid geeft hij nog mee dat de servers van Unity ondertussen dood en verlaten zijn. Een beetje als een Tempelier die langs achter werd neergestoken, om een beeld te gebruiken dat in de sfeer past.