donderdag 28 november 2024

53. Telling Lies (2019)

 Uberkamper was eigenlijk van plan om Telling Lies snel even door te spelen zonder het spel te bespreken. Hoewel de Pile of Shame inmiddels meer op een eclectische puinhoop begint te lijken dan een geordende stapel, zijn er toch games van wie het soortgelijk gewicht te gering is om in aanmerking te worden genomen. Dat Telling Lies toch een paar alinea’s tekst verdient ligt vooral aan het feit dat dit spel over drie belangrijke eigenschappen beschikt die het uniek maakt: het is een authentiek FMV-spel, het wordt volledig gespeeld in Second Person Perspective en het is zo slecht dat het in deze vorm eigenlijk nooit had mogen bestaan.


Om maar meteen met het eerste te beginnen: Telling Lies is een FMV- of Full-Motion-Video-game in de strikte zin van het woord, wat betekent dat het gefilmde materiaal niet enkel tussen het eigenlijke spelen door vertoond wordt of wat aanmoddert als interactieve film, maar dat dit ook daadwerkelijk een onderdeel van de gameplay vormt. Om aan te tonen hoe zeldzaam dit is, beperkt Uberkamper er zich toe te vermelden dat in een game als Command & Conquer Red Alert (dat bekend staat als typevoorbeeld van FMV, met acteurs die het volmaakte evenwicht weten te vinden tussen overacting en plaatsvervangende schaamte) deze techniek enkel gebruikt wordt in de tussenscenes en dus voor de titel FMV-game zelfs niet in aanmerking komt.


Concreet bouwt Telling Lies voort op het succes van haar directe voorganger Her Story (2015). In deze twee games krijgt de speler de opdracht om een archief vol videomateriaal te ontsluiten door zoektermen in een database in te voeren. Zo ontwikkelt zich langzaam een verhaal met tal van zijtakken tot uiteindelijk het laatste filmpje is ontdekt en er een volledig beeld ontstaat van wat zich heeft afgespeeld. Alleen al voor het bedenken van dit concept verdienen de makers van deze twee games een eervolle vermelding.


Langs de andere kant betekent dit ook dat de gameplay van deze games zich beperkt tot het aanklikken en doorkijken van video’s en dat dit soort games dus enorm afhankelijk zijn van de kwaliteit van de acteerprestatie en het plot, dingen die doorgaans iets minder doorwegen in andere computergames. In Her Story ging het hierbij nog grotendeels om getuigenissen die werden opgenomen tijdens een politieverhoor en werkten alle elementen perfect samen om er een zeer aangenaam spel van te maken.


Ook Telling Lies had volgens Uberkamper wel een redelijk interessant plot en de acteerprestaties waren in dit spel beter dan wat in sommige echte films gepresteerd wordt. Helaas werd bij Telling Lies besloten om te werken met opnames van mensen die een dialoog met elkaar voeren over een webcam. Dat betekende dat Uberkamper ertoe veroordeeld werd om letterlijk de helft van de tijd te kijken naar iemand die zwijgend luistert naar iemand anders, zonder dat die gesprekspartner zichtbaar of hoorbaar is. De helft van dit spel bestaat dus in het kijken van iemand die zwijgt en knikt en in het geval van een van de acteurs ook de linker- of rechterwenkbrauw relatief hoog kan optrekken. Op belangrijke momenten zelfs beiden tegelijk. Sterker nog: per definitie bestond de helft van wat dan wel nog bekijkenswaard was, uit dialoog die Uberkamper al bekeken had vanuit een ander perspectief en dus grotendeels al in zijn eigen hoofd verder had ingevuld. Het brengt Uberkamper tot de onvermijdelijke conclusie dat dit spel in deze vorm eigenlijk nooit had mogen bestaan. Het is een prachtig voorbeeld van een project waarin iemand in een vroeg stadium de vraag had moeten stellen: “Zouden we dit wel doen?”. Waarna iedereen het licht ziet en ontwerpers en spelers weer verder kunnen met hun leven.


Maar misschien zal Telling Lies niet enkel herinnerd worden als een gamegeworden ontwerpfout en een zeldzaam maar rampzalig voorbeeld van een FMV-spel, want voor Uberkamper komt het ook in aanmerking als een uiterst zeldzaam voorbeeld van een spel dat gebruikt maakt van second person perspective. In First Person of het ik-perspectief kijken spelers door de ogen van het personage dat ze spelen. In Third Person (hij – zij – hen-perspectief) kijken ze op de rug van dit personage als iemand die ze controleren maar niet mee samenvallen. De vraag of er ook Second Person (jij-perspectief) bestaat is niet eenvoudig te beantwoorden, maar een speler die het personage gereflecteerd ziet in een spiegel komt hiervoor nog het meest in aanmerking en laat dan nu net zijn wat er aan de hand is in Telling Lies. Doorheen het grootste deel van het spel wordt namelijk het gezicht van het hoofdpersonage gereflecteerd op het computerscherm waaraan zij werkt terwijl zij de database op orde tracht te krijgen. Het is net dit aspect dat van Telling Lies een van de zeer weinige games maakt waarop de term second-person perspective van toepassing zou kunnen zijn. Het is niet uitgesloten dat dit ook het enige is dat dit spel van de anonimiteit zal vrijwaren en dat het in de toekomst een van die games zal blijven die veel geciteerd, maar zelden gespeeld worden.



In dit tijdperk dat verzadigd is door eindeloze stromen beeldmateriaal, gaan nog maar heel weinig gamers het geduld kunnen opbrengen om vele uren van eindeloze stiltes en half opgetrokken wenkbrauwen uit te zitten. Tot lering en vermaak van u, geachte lezer, heeft Uberkamper zich onverschrokken door deze calvarietocht geworsteld, maar de uren die hem dit gekost heeft krijgt hij niet meer terug en de vraag of dit bij hem een blijvend wenkbrauwtrauma heeft aangericht zal de toekomst moeten uitwijzen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten