Voor hij aan Space Marine begon, wist Uberkamper amper iets zinnig over de wereld van Warhammer te vertellen. Een paar Wiki’s ter voorbereiding verder begreep hij dat het om het grootste oorlogsspel gaat, dat op een tafel gespeeld wordt met miniaturen die allerhande troepen en oorlogstuig voorstellen. Dat deed natuurlijk wel een lichtje branden, aangezien dit soort oorlogsspellen een lange stamboom kennen. Zo bestonden in het Pruisen van de late 18e eeuw al een schare mensen die zich vol overgave stortten op gestileerd oorlogsgeweld aan de keukentafel. Volgens de legende zou het befaamde Kriegsspiel van Georg von Reisswitz zelfs mee aan de basis hebben gelegen van de geslaagde veldtocht van 1870, die de Pruisische troepen in recordtempo tot in Parijs bracht.
H.G. Wells, de auteur van The War of the Worlds, heeft in zijn tijd dan weer een handleiding geschreven om correct te spelen met tinnen soldaatjes en stond er verder om bekend dat hij zijn living – of bij goed weer zijn voortuin – omtoverde tot een miniatuurslagveld. Uberkamper deelt met de man alvast de overtuiging dat dit soort dingen niet aan kinderen mogen worden overgelaten.
Maar het echte werk komt tegenwoordig dus van de Games Workshop die met Warhammer het genre overgenomen hebben om het vervolgens vakkundig naar een hoger niveau te voeren. Een wedstrijd in Warhammer wordt gespeeld op mooi vormgegeven tafels waar vooral meetlatten en héél veel dobbelstenen aan te pas komen. Om beurten verschuiven spelers wat van hun beschilderde figuren of nemen deze van tafel wanneer ze schielijk zijn overleden ten gevolge van de ingebeelde vijandelijkheden. Bij het zien van al dit moois kreeg Uberkamper zelfs even een sterke aandrang om zelf plastic soldaatjes te gaan beschilderen, maar gelukkig kon hij deze aandrang overwinnen middels een streng regime van vasten en koude douches.
Een oude zenmeester zei ooit dat hoe goed een tafel ook gedecoreerd is, het altijd maar een tafel zal blijven (of zoiets) en dus bestaat al heel lang het verlangen om de wereld van Warhammer wat meer tot leven te brengen, bijvoorbeeld door deze naar de computer te vertalen. Intussen zijn er alleen al in het 40K universum, de variant die zich veertigduizend jaar in de toekomst afspeelt, meer dan 50 computergames verschenen. De meeste hiervan blijken even slecht ontworpen te zijn als een Ork Battleship, maar Space Marine, een action adventure uit 2011 vormt hierop een aangename uitzondering.
Het spel speelt zich af op een planeet die onder de voet wordt gelopen door een onoverzichtelijke schare Orks, waarna de mensheid beslist om 3 (drie!) Space Marines te sturen om het probleem op te lossen. Space Marines zijn namelijk een speciaal soort supersoldaten in blauwe harnassen die alles wat niet gillend wegloopt verpletteren, in twee zagen of gewoon neerknallen met handwapens die zelfs Rambo in zijn beste jaren niet van de grond had kunnen tillen. Kortom: Kapitein Titus, de held die Uberkamper in dit spel mocht spelen, kon zonder twijfel ook in zijn eentje de hele planeet heroverd hebben, maar blijkbaar vond die het nodig om nog wat extra volk mee te pakken, omdat er nog zetels over waren in zijn vliegende bestelwagen. Wat Uberkamper doet besluiten dat Space Marines waarschijnlijk een ambtenarenstatuut hebben gekregen van hun keizer.
De reputatie van de Space Marines snelt hen duidelijk vooruit, want wanneer Uberkamper kort na zijn landing op de planeet een kamp met overlevende soldaten binnenwandelt, vallen deze hem nog net niet huilend in de armen van opluchting en bewondering. Het White Savior-complex dat hier gestalte krijgt, is op zich is al een voldoende reden om dit spel te spelen en mocht het alleen daarbij gebleven zijn dan was Uberkamper ook een tevreden mens geweest. Maar blijkbaar zijn de Orks nog niet helemaal overtuigd van de superieure kwaliteiten van Kapitein Titus en zijn kornuiten, en dus volgt er nog een uitwisseling van argumenten die allen gemeen hebben dat ze eindigen met een gigantische hoeveelheid platgeklopt groen gespuis.
Orks zijn natuurlijk uitermate grappige tegenstanders en het is bij momenten werkelijk een genoegen om hen per dozijn af te slachten. In het tweede deel van het spel komt daar nog een andere tegenstander bij, alsmede een conflict met een wat jeugdigere Space Marine die de strikte regels van het keizerrijk letterlijk wil interpreteren, tegenover de wat vrijere en creatieve omgang hiermee van ijzervreter Titus. Voor zover Uberkamper er inmiddels iets van begrepen heeft, is dat allemaal dikke zever. In de brutale wereld van Warhammer 40K, waarin het keizerrijk van de mensen een constante strijd op leven en dood voert, is er geen plaats voor romantische begrippen als vrijheid en zelfontplooiing. Dat is allemaal postmodern individualisme dat doorsijpelt in een wereld die geen plaats heeft voor dit soort luxueuze ideeën. De bijzondere aandacht vanwege de inquisitie die kapitein Titus dan ook achteraf te beurt viel, was meer dan verdiend. Het is niet omdat iemand een planeet redt van de ondergang dat deze er zomaar individuele ideeën op na mag beginnen houden.
Hoe dan ook is Space Marine een goed wegspelend en gevarieerd avontuur geworden. De troosteloze industriële planeet waarop alles zich afspeelt is een mooie achtergrond waarop de Orks hun zotte toeren kunnen uithalen, om vervolgens door een handvol ongegeneerd fascistische Space Marines plat geklopt te worden, waarna die op hun beurt de inquisitie achter zich aan krijgen omdat ze dat niet met genoeg overtuiging hebben gedaan. Grafisch ziet het er allemaal nog redelijk goed uit en het spel draait inmiddels vlot op elk systeem. Nu enkel nog hopen op een opvolger waarin onze held terug in het gareel van mensheid wordt gebracht. Want soldaten met een persoonlijkheid en een eigen gedacht kunnen ze in geen enkel leger gebruiken natuurlijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten